Ik hoop geleidelijk meer informatie te plaatsen over de dienst van Rosj haSjana en van andere Joodse feestdagen.
Na het lezen van de Thora, en voor de eerste reeks stoten op de Sjofaar, zingen we het gedicht 'Ét Sja'aré Ratsón ("Open nu, Poorten van Genade!"), geschreven door Jehoeda ben Samuel Abbas (ca.1145-ca.1205). Het beschrijft de innerlijke strijd van Abraham en zijn zoon Isaak nadat God Abraham had bevolen Isaak te offeren.
Direct na 'Ét Sja'aré Ratsón zingen we "Adonai be-Qol Sjofaar", maar niet als deze dag op een Sjabbat valt (aangezien op Sjabbat de Sjofaar niet wordt geblazen).
De Torah-rol wordt teruggebracht naar de Heechàl (de Ark) terwijl de gemeente Psalm 29 zingt op een melodie die - in sommige gemeenten - alleen wordt gebruikt voor de eerste dag van een dubbele feestdag: