Vanaf de avond na de (eerste) Haggada tellen we de dagen die leiden naar de feestdag van Sjaboe'ot. Deze telling wordt "de telling van de Omer" genoemd en is vernoemd naar een gebeurtenis die plaatsvond in de oudheid toen de tabernakel, en later de tempel, nog overeind stond. Het woord Omer is een bepaalde hoeveelheid graan (in dit geval gerst) die aan God zou worden geofferd in het heiligdom als een zogenaamd "bewegend offer" direct na het begin van het gerstoogstseizoen. Het offeren van de 'Omer' was ook het begin van de telling, en sindsdien, tot op de dag van vandaag, tellen we: "Vandaag is de eerste dag van de Omer"; Vandaag is de tweede dag van de Omer", enz. We tellen niet alleen de dagen, maar ook de weken, zeven in totaal, in de aanloop naar Sjaboe'ot. Dus vanaf de zevende dag tellen we: "Vandaag is het de zevende dag van de Omer, dat is een week"; "Vandaag is het een van beide dagen van de Omer, dat is een week en een dag", enzovoort. Nadat we zeven volledige weken hebben geteld, is het tellen van de Omer voltooid, en de volgende avond is het begin van Sjaboe'ot. De naam van de feestdag dankt zijn naam aan deze telling, omdat het letterlijk 'Weken' betekent, terwijl de Hebreeuwse week voor week letterlijk 'in zeven' betekent.
Voordat de Omer wordt geteld, wordt een zegen uitgesproken:
Gezegend bent U, Heer onze God, Meester van het Universum, die ons geheiligd heeft door zijn geboden en ons geboden heeft met betrekking tot het tellen van de 'Omer. Na het tellen is het een wijdverbreide sefardische gewoonte om Psalm 67 te zingen. De zeven regels van Psalm 67 zijn geschreven volgens een unieke 'Menorah'-structuur. De middelste van de zeven verzen (de steel) is langer dan de andere zes, die hem gespiegeld flankeren. Het aantal woorden van elke regel (behalve de titelregel) is: 7-6-6-10-6-6-7. Luister en zie hoe deze video laat zien hoe de Hebreeuwse woorden van de psalm zich ontvouwen tot een echte zevenarmige kandelaar.